Ik ben alleen
en stel me voor dat ik met m'n duizenden ben,
we komen van alle kanten,
hebben elkaar nooit gezien, nooit van elkaar gehoord
duiven vliegen op,
we koesteren één reusachtige gedachte:
ik ben alleen
en er is verder niemand, niemand dan ik,
ik schraap mijn keel-oorverdovend-
wrijf in mijn duizenden handen.
Waarom is dat een armzalige gedachte
en niet de gedachte:
ik ben alleen?
